De Atlantikwall
Nadat Duitsland eerder Polen, Denemarken en Noorwegen onder de voet had
gelopen trok zij in mei 1940 ten strijde tegen Nederland, België, Luxemburg en
Frankrijk. Al na enkele weken versloeg Duitsland ook deze landen. Alleen
Groot-Brittannië kon zich, nadat een groot deel van haar expeditieleger via
Duinkerken terug naar het eigen grondgebied was gevlucht, handhaven.
In de zomer van 1940 probeerde Duitsland vervolgens de heerschappij in de lucht te veroveren om zo een invasie van Groot-Brittannië mogelijk te maken. Het lukte echter niet om de Britse luchtmacht definitief te verslaan, waarna de Duitsers de geplande invasie van Groot-Brittannië uitstelden. Duitsland vestigde bovendien zijn blik op het oosten, en wilde de Sovjet-Unie in een snelle campagne verslaan. Het Duitse offensief tegen de Sovjet-Unie liep echter eind 1941 vlak voor Moskou vast. Hierdoor werd Duitsland gedwongen op twee fronten oorlog te voeren. |
In het oosten bood de Sovjet-Unie hardnekkig tegenstand en in het westen
lag het nog niet verslagen Groot-Brittannië. Om zoveel mogelijk troepen
beschikbaar te hebben voor de strijd in het oosten probeerde het Duitse leger
in het westen mankracht te compenseren met verdedigingswerken. Op belangrijke
plaatsen langs de kust bouwden zij daarom versterkingen.
Nadat Groot-Brittannië gedurende 1942 een aantal aanvallen uitvoerde op de Europese kust besloot Duitsland de Europese kust systematisch te versterken. Van Noorwegen tot aan de grens tussen Frankrijk en Spanje bouwden zij duizenden bunkers. Deze verdedigingslinie van ongeveer 5000 kilometer lengte kreeg de naam 'Atlantikwall', letterlijk 'Atlantische muur'. |