Tijdens de museumopenstelling afgelopen zondag bezochten de Rotterdamse William en Nolan samen met hun ouders het museum. Beide nog jonge jongens vinden het leuk en spannend met een metaaldetector op pad te gaan. Na het bezoek aan het museum gingen ze nog even in de duinen zoeken. Al na een paar minuten vonden de jongens iets, en was het maar goed dat ze aandachtig hadden opgelet in het museum. Het ding dat ze vonden leek wel heel veel op iets dat ze in de mijnenvitrine in het museum hadden gezien! Ze besloten geen risico te nemen en voor de zekerheid te vragen wat ze gevonden hadden. Het museum kon ze vertellen dat het ging om een Duitse trek-ontsteker voor landmijnen! Gelukkig bleek na onderzoek het onderdeel dat de jongens vonden ongevaarlijk. Het betreft alleen het deel van de ontsteker waarin de veer zit die het explosieve gedeelte (die in dit geval ontbrak) in werking stelt. William en Nolan hebben goed gehandeld door geen risico te nemen en eerst bij het museum te vragen wat zij hadden gevonden. Het onderdeel hebben zij aan het museum geschonken waar het een mooi plaatsje krijgt in de vitrine met landmijnen! Super gedaan jongens! Kort geleden mocht het museum een bijzondere schenking in ontvangst nemen. Het betreft alle jaargangen van het ‘Verordeningenblad voor het bezette Nederlandsche gebied’. Deze boeken zijn een bundeling van alle verordeningen die Arthur Seyss-Inquart, Reichskommissar für die besetzten niederländischen Gebiete, en de secretarissen-generaal uitvaardigden. De verordeningen hadden in het bezette Nederland de kracht van wet. Ook de herkomst van de boeken is interessant. Ze komen uit de nalatenschap van het voorname Rotterdamse advocatenkantoor ‘Van Walsem, Van Rossem, Offerhaus en Loeff’. Dit advocatenkantoor bestaat nog steeds onder de naam Loyens & Loeff. De boeken zijn een mooie aanwinst voor de museumcollectie en vormen een prachtig naslagwerk voor toekomstig historisch onderzoek. 24/10/2021 Aanwinst: hulzen voor luchtafweergeschutMet dank aan een schenker uit Den Haag mocht het museum kortgeleden twee interessante hulzen voor luchtafweergeschut aan haar collectie toevoegen. Het gaat om hulzen van 3,7 cm en 4 cm kaliber. Beide type hulzen zijn in de voormalige Festung Hoek van Holland gebruikt. De huls van het kaliber 3,7 cm was bedoeld voor het Duitse 3,7 cm SKC/30 luchtafweerkanon en is voorzien van het jaartal 1942 en afnamestempels van de Kriegsmarine. Begin 1944 waren 11 stuks van dit type kanon in de Festung Hoek van Holland aanwezig, onder andere in Widerstandsnest 31M. De uit 1943 afkomstige huls van het kaliber 4 cm was bedoeld voor het 4 cm luchtafweergeschut dat werd ontwikkeld door de Zweedse firma AB Bofors. Door de annexatie van Oostenrijk kwam dit type kanon in het arsenaal van de Duitse Wehrmacht terecht. Het Duitse leger gebruikte het wapen onder de naam 4 cm Flak 28. Tijdens de veldtochten in 1939 en 1940 maakte het Duitse leger bovendien een groot aantal van dit type kanon buit. De 4 cm Flak 28 werd door de Duitsers veel gebruikt langs de Atlantikwall, onder andere binnen de Festung Hoek van Holland in M.K.B. Vineta. Deze week mocht het museum een bijzonder nieuw object aan de collectie toevoegen. Het betreft een bidprentje van een gesneuvelde Duitse soldaat. Bidprentjes zijn een katholiek gebruik en worden ook wel gedachtenisprentjes genoemd. Bij het overlijden van een dierbare worden zij uitgeven ter herinnering. Het betreffende bidprentje is voor het museum van grote historische waarde omdat de Duitse soldaat sneuvelde op korte afstand van de museumlocatie. Op 20 mei 1942 gebeurde bij de Duitse kustbatterij Brandenburg een tragisch ongeluk. Deze geschutsbatterij op het voormalige eiland De Beer bestond uit drie stuks 24 cm SKC/97 van Nederlandse origine. Het geschut had oorspronkelijk dienst gedaan op de Nederlandse schepen Jacob van Heemskerck en de Hertog Hendrik. Het Duitse leger plaatste het Nederlandse geschut met hun authentieke Nederlandse torens begin 1942 op speciaal ontworpen bunkers. Bij het inschieten van de batterij op 20 mei 1942 om 9.05 uur bleef een granaat met aandrijflading vastzitten in de loop en ontplofte. Zestien militairen en twee burgers werden door de ontploffing gedood. Eén van de burgers was een personeelslid van de firma Krupp. Het ontplofte stuk geschut raakte onherstelbaar vernield en werd verwijderd. Batterij Brandenburg zou hierdoor de rest van de oorlog bestaan uit twee in plaats van drie stukken geschut. De geschutsbunker waar het ongeluk plaatsvond werd de rest van de oorlog gebruikt als opslag. Door de recente aanwinst van het Atlantikwall-Museum heeft één van de omgekomen zestien Duitse militairen nu een naam en gezicht. Het gaat om de pas 19-jarige Gefreiter Karl Bachmair. Het stoffelijk overschot van Bachmair rust op de Duitse militaire begraafplaats Ysselsteyn (Limburg). 27/3/2021 Niets weggooien!
|
|
Bezoekersinformatie
|
Geschiedenis
|
De stichting
|
© Stichting 'Vesting Hoek van Holland' - 2024
|