De Atlantikwall
|
Hoek van Holland was voor de Duitsers de belangrijkste locatie van de Atlantikwall in Nederland vanwege de toegang tot de Rotterdamse haven. De Festung Hoek van Holland, strategisch gelegen aan de monding van de Nieuwe Waterweg, zorgde ervoor dat deze wereldhaven voldoende werd afgeschermd tegen een mogelijk geallieerde invasie.
In Nederland waren er twee Festungen: Festung IJmuiden en Festung Hoek van Holland. De Festung Hoek van Holland was voor de Duitsers de belangrijkste locatie van de Atlantikwall in Nederland vanwege de Rotterdamse haven. De verdediging van de Festung Hoek van Holland is op te delen in vier stukken;
1. Kustfront Het kustfront beslaat de kustlijn vanaf het zuidelijkste puntje van Monster, via 's-Gravenzande, Hoek van Holland tot en met de kust van het eiland De Beer. De primaire verdediging van het kustfront bestond uit kustbatterijen. De kustbatterijen in Hoek van Holland hadden een schootbereik dat varieerde van 8 tot 43 kilometer. Theoretisch was het dus mogelijk doelen in de buurt van Noordwijk te raken. Met de kustbatterijen konden zeedoelen (en in sommige gevallen zelfs landdoelen) beschoten worden. De nabijgelegen luchtafweerbatterijen hadden tot taak het luchtruim van de Festung Hoek van Holland te verdedigen. Naast de kust- en luchtafweerbatterijen lagen langs de kust ook verschillende Widerstandsnester van waaruit het gehele strand bestreken kon worden met onder andere artillerie- en mitrailleurvuur. Bovendien werd als passieve verdediging op zwakke punten een hoge betonnen muur (Panzermauer) aangelegd die ervoor zorgde dat vijandelijke tanks niet makkelijk landinwaarts konden doorstoten. 2. Buitenste landfront Het buitenste landfront loopt vanaf het zuidelijkste puntje van Monster via Naaldwijk en het Oranjekanaal tot aan de Nieuwe Waterweg. Ook het oosten van het eiland De Beer viel onder het buitenste landfront. Zoals de naam al aangeeft was deze linie gericht op een aanval vanaf de landzijde. De passieve verdediging bestond bij deze linie uit een tankgracht (Wasserpanzergraben). Aan weerszijden van deze gracht waren op diverse plekken mijnenvelden aangelegd. De gracht zelf werd verdedigd met artillerie- en mitrailleurvuur vanuit verschillende Widerstandsnester langs de gracht. Er waren slechts enkele plekken waar een toegang tot de Festung Hoek van Holland over de gracht liep. Deze wegen konden worden afgesloten door speciale versperringen welke via Höckerhindernissen (drakentandversperringen) op de gracht waren aangesloten. 3. Binnenste landfront Het binnenste landfront liep vanaf de kust tussen Hoek van Holland en 's-Gravenzande, via het Nieuwlandse Duin, oostelijk van de Haakweg naar de Nieuwe Waterweg. Vanzelfsprekend was er pas sprake van een binnenste landfront vanaf de aanleg van het buitenste landfront. Hiervoor was er sprake van slechts 1 landfront. Ook dit binnenste landfront bestond uit een tankgracht met mijnenvelden en hindernissen bij de toegangswegen. De primaire verdediging van het binnenste landfront beschikte echter naast de gebruikelijke Widerstandsnester ook over twee geschutsbatterijen van de Divisie Artillerie. 4. Overige werken Behalve de genoemde linies bevonden zich in de Festung Hoek van Holland ook nog andere bouwlocaties; het hoofdkwartier van de Festungskommandant, het havengebied (Berghaven) en het dorp Hoek van Holland, het dorp 's-Gravenzande en een bataljons hoofdkwartier. Daarnaast waren er nog verscheidene stellingen gebouwd voor onder meer zoeklichten, lichte luchtafweer en diverse infanteriestellingen. Alle bouwwerken ten zuiden van de Nieuwe Waterweg zijn vandaag de dag niet meer aanwezig. Na de oorlog is dit bijzondere deel van de Atlantikwall gesloopt om plaats te maken voor de uitbreiding van de Rotterdamse haven. Ten noorden van de Nieuwe Waterweg zijn een hoop verdedigingswerken behouden gebleven. |